Kies je persoonlijke kaars; kaarsen kunnen gemaakt worden van paraffine wat een stuk goedkoper is. Maar je kunt ook de overweging maken om kaarsen te kopen van soyawas. Deze soort is natuurlijker en heeft een langere brandduur. Er zijn nog andere wax soorten zoals bijenwas of koolzaadwas.
Brand de kaars op een veilige plek, vermijd warme plekken zoals een radiator, tochtige plekken, (luchtstroom)raam of deuropening kun je kaarsen beter niet neerzetten. Tocht kan ervoor zorgen dat de kaars onregelmatig brand.
Bewaar de kaarsen op een droge, koele plek en niet direct in zonlicht, verwarming of open haard
Laat de eerste keer de kaars net zo lang branden totdat de gehele oppervlakte vloeibaar is. Dit is minimaal 2 – 4uur. Hierdoor ontstaat er een geheugenplas van kaarsvet en zal hij later gelijkmatiger branden. Zo voorkom je dat er een gat ontstaat en het kaarsvet aan de zijkanten achterblijft. Gebruik altijd een geschikte kandelaar of onderzetter.
Laat een kaars nooit zonder toezicht branden en verplaats nooit een brandende kaars!
Knip de lont af; trim de lont voor (her)gebruik tot ongeveer 1 cm De laat gaat tijdens het branden krullen en dit veroorzaakt roet wat wordt afgegeven. Het is daarom handig om bij te knippen voor gebruik. Hierdoor wordt de hoogte van de vlam kleiner en brand de kaars minder snel. Voordat je de kaars opnieuw aansteekt is dit het juiste moment om te doen. Door een kortere lont smelt de kaars veel rustiger, langzamer en kunt u langer genieten.
Doof elke kaars die rookt of flikkert of wanneer de vlam te hoog wordt. Laat de kaars afkoelen, trim de lont en steek de kaars opnieuw aan.